Ode aan Haarlem
Zie hier dan dat bekoorlijk Haarlem
Met zijn gezellig’ stegen
Daar waar ik graag mijn stappen tel
In ‘t labyrint van straten ‘n wegen
De Groote Markt ’n centrum van het weelderig vermaak
Met de kerk ooit als ’t kloppend hart
Na zijn godsdienstig plicht te trouw geweest
Nu tot standvastig eenzaamheid verhard
Mijn zwervers van de liefde, laat me uwen rokken zien
Het vluchtig’ ongenaakbaar in zijn ongerepte aanzien
En ik zal onder u te dansen staan
In ’t blauwig schijnsel van nimmer weerzien
Ingezonden door
Geplaatst op
23-09-2014
Over dit gedicht
Misschien moet ik dit niet plaatsen. Het was een schoolopdracht, een lofrede aan Haarlem in de stijl van Bilderdijk (dichter van 3 eeuwen geleden) schrijven, compleet met rijm en metrum.
Foto's
Geef uw waardering
Op basis van 11 stemmen krijgt dit gedicht 3 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Grachten Haarlem Kerk LofReacties op ‘Ode aan Haarlem’
-
Mooi gedicht. Mooi van taal en melodie. Wat is dat toch met Haarlem? In de uithoekk van het land, waar ik woon, huizen ook meerdere Haarlemmers en het merkwaardige is, dat ze elkaar altijd weer opzoeken en zich middels deze stad zich met elkaar verbonden voelen. Ook mijn stad is Haarlem, waar we lang geleden onder aanvoering van Paul Scheelings deze plaats hebben uitgeroepen tot stad van de kleinkunst. Haarloheim, wat later de toneelschuur werd, de Waagtaveerne, het Müllerorgel, de Groote Markt met de terrassen van Brinkman. Het carillon dat zonnestraaltjes strooit over de huizen. Alleen de naam al geeft me een gevoel van nostalgie.
Istvan Koning - 09-04-2016 om 11:17