Fruit

Fruit.
Ik heb zin in een banaan.
Maar mnr banaan is in mijn tas ten onder gegaan.
Huilie huilie deed ik toen.
Maar toen gaf mis appel me een zoen.
Maar mis appel was alleen.
Maar nu niet meer,en toen stelde ik haar voor aan ome peer.
En mis appel en ome peer trouwde toen.
Ze gaven elkaar het ja woord,en daarna en zoen.
En wat nu komt is gemeen.
Mis appel en ome peer lieten me achter,helemaal alleen.
Maar toen stelde mijn opa mij tante perzik voor.
Maar tante perzik was irri,en schreeuwde de hele tijd in mijn oor.
En toen dacht ik:ik ben het zat.
Ik heb het met dat fruit gehad.