vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Weerzien
De wind waaide ongehinderd verder
als voorheen en onverminderd scheen
de zon zijn stralen op een oude herder,
die stil zijn schapen telde en verdween.
Zijn huis kleurt vaal en levenloos verlaten,
ooit een oord van duizenden gedachten,
nu de muren kil en luiken neergelaten
ligt het zielloos en alleen te wachten.
Bekend en onbekend in groet bijeen
delen herinnering de allerlaatste keer,
schrijven naam en tijd, gehard in steen,
want in hun hart zien ze hem telkens weer.
Reacties op ‘Weerzien’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!