De beren en een koude kermis
Twee beren van het type ‘samen smeren’
zaten op een bankje.
Het waren net twee dikke, nette heren
met tussenin een mandje.
Een mandje met een koude kip
en wat droge worst,
broodjes, boter en wat voor de nip,
dus eten en geen dorst.
Maar verderop in hetzelfde bos
was een kleedje leeg.
Het was daar van ‘de beer is los’
en ‘o wee, die dit deed’.
Zo gaat dat als men graaien kan
en stelen noem je bonus.
Als je sterk bent, dan neem je ’t ervan,
je pakt zonder kapsones.
En de bestolene moet gewoon niet zeuren,
het is toch alleen maar jaloezie.
Als je op de grond ligt, kan zoiets gebeuren,
‘Toptalent’ komt en dan foetsie.
Guido van Geel

Ingezonden door
Geplaatst op
21-08-2014
Over dit gedicht
'Je ziet weer beren op de weg', zei de man tegen zijn vrouw en reed een egeltje dood.
Geef uw waardering
Op basis van 4 stemmen krijgt dit gedicht 4 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Dierengedicht Fabel GuidovangeelReacties op ‘De beren en een koude kermis’
-
en of het waar is!
fets - 22-08-2014 om 15:09
-
Ik lees er een bepaalde ondertoon in, Joseph...samen sneren, zou ik zeggen...of heb ik het mis?
Rudi Lejaeghere - 22-08-2014 om 16:23
-
Het is wel degelijk 'smeren', het slaat op een kinderversje, misschien in Vlaanderen onbekend. Ik zag twee beren broodjes smeren o. het was een wonder het was een wonder boven wonder dat die beren smeren konden hi, hi, hi, ha, ha, ha ik stond er bij en keek er naar dus niet te geloven maar het gebeurt toch 'graaien'. Guido
guido - 22-08-2014 om 19:56