vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Storm
Storm
Ik fietste hard door de regen,
Het was alsof de wind moest huilen, dat hield me tegen.
Daar was ik, in het angstaanjagende bos,
Het was echt niet fijn, op het natte mos.
Ik hoorde overal gekraak en gepiep,
Ik wou eruit, maar dat kon niet, ik zat midden in het bos, zo diep.
Toen zag ik een grote stam,
Die steeds dichter naar mij toe kwam.
Daarna sloot ik mijn ogen voorgoed,
Niemand die ze ooit nog opendoet.
En een week later vonden ze me moederziel alleen,
In het bos, daar gaat niemand ooit nog heen...
Reacties op ‘Storm’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!