De kikker en de ooievaar
Een kikker kwaakte in het riet
en witte bollen aan ‘t blazen
aan gevaren dacht hij niet
had iets beters om op te azen.
Op een kikkertje met mooie ogen
en van die pootjes lang en pront
daarvoor deed hij opgetogen
daarvoor spartelde hij in ’t rond
Een ooievaar moe van baby’s dragen
kwam daar overheen gevlogen
en dacht: ‘Dat is er om vragen.
Zoiets moest niet mogen.
Die biedt zich op een blaadje aan’
hij dook neer en zei: 'Daar ga je,
zo’n snack laat ik niet staan'.
Hoe dat afloopt, kan je raaie
Zie de kwaker vloog omhoog
maakte daar een salto mortale
buitelde sierlijk met een boog
voor een landing, de fatale
maar wat deed die slimme guit?
Ging in spagaat naar de sneb omlaag,
en zat dwars, met zijn poten er nog uit
en niet laag in uivers maag
en kwaakte toen uit volle borst:
'Ik ben een prins en reken maar
als zoon van een vermetel vorst
verkeer jij in groot gevaar'.
Langbeen schrok en zei: ‘pardon’
en onze kikker lag alweer in ’t water
zodat de romance toch begon
met duizend dikke kopjes…dat kwam later.
Wie niet in een leugentje wil geloven
laat zich van zijn sprookjes licht beroven.
Guido van Geel
Ingezonden door
Geplaatst op
04-03-2014
Over dit gedicht
'Een kikker in mijn keel', zei de ooievaar en slikte het gewoon door.
Geef uw waardering
Op basis van 15 stemmen krijgt dit gedicht 3 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Aesopus Fabel Guidovangeel LafontaineReacties op ‘De kikker en de ooievaar’
-
Herinnert mij aan een kinderliedje... ooievaar lepelaar, je huizeke staat in brand...
fets - 20-08-2014 om 07:29
-
Heel mooi en leerrijk, Joseph.
Rudi Lejaeghere - 08-11-2014 om 11:49