vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Het verschrikkelijke lot der appeltaarten
Twee appelkruimeltaarten,
Lopen op het bospad,
Hand in hand,
Met een picknickmand.
Vol broodjes en honing,
Vers fruit met slagroom,
Kazen die geuren,
Donuts in drie kleuren.
Bijen zwermen om hen heen,
En mieren stromen in strakke colonnes
Op de lekkernijen af,
Zwarte ruiters in volle draf.
De taarten worden snel al omringd,
Door een enorm insectenleger,
Dat zich in de donuts heeft vastgebeten,
Alvorens de taarten op te eten.
Reacties op ‘Het verschrikkelijke lot der appeltaarten’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!