vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Dooi
Het dooit, bah wat een troep,
op de straat en op de stoep.
De sneeuwwitte laag is verdwenen,
water en ijs, wat bruin en wat grijs blubberen over de stenen.
Alles is nat,
en glibberend glad.
je schrikt je een hoedje,
loopt voetje voor voetje.
Iedereen spet je onder,
en dat je niet valt is een wonder.
Reacties op ‘Dooi’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!