Pesten is niet stoer
Er staan mensen om je heen.
Toch voel jij je heel alleen.
Terwijl de pester naar je lacht,
Voel je de onmacht.
Hij jaagt je op voor zijn plezier,
Laat je kronkelen als een mier.
En als je bijna niet meer kan,
Zegt hij, gedraag je als een man.
Wees geen watje, wees een vent,
Als je dat een beetje bent.
Nee, dat ben je zeker niet,
Iedereen weet wat hij hier ziet.
Niemand doet iets, niemand praat,
Dan is het tijd voor de laatste daad.
Nog even kleineren
Jou een lesje leren.
De pester voelt zich stoer en groot,
Hij is eigenlijk een idioot.
Want respect krijg je niet door te plagen,
Door iemand anders te verlagen.
Als pester voor jou 1 minuut plezier,
Maar voor de gepeste een naar kwartier.
En maakt het jou als persoon beter?
Zeker niet, geen ene meter.
Je komt over als een naar persoon,
Die negeer ik wel gewoon.
Ik ben te cool om met een pester om te gaan,
Daar blijf ik liever ver vandaan.
Pesters, voel je maar niet goed,
Normaal met elkaar omgaan is zoals het moet.
Rekening houden met elkaar,
Ik zou zeggen, dat klinkt niet raar.
Als je dat niet kan,
Ben je in mijn ogen geen stoere man,
Maar een zielig figuur,
Met een zielige kuur.
Reacties op ‘Pesten is niet stoer’
-
Mooi gedicht!!!!!!
Demi - 18-09-2014 om 19:05