Winter

De tijd is weer aangebroken.
De lucht word weer grijs.
De mooie zomerluchten zijn weer weg gedoken.
Alles word weer donker na de tijd van een paradijs.

De lucht word grauw en het weer woord guur.
De avonden beginnen vroeg en de ochtenden laat.
De mensen dragen truien en gaan zitten bij het vuur.
Het is de zon die ons zo vroeg verlaat.

De winter is aangebroken en het word koud.
De vakantie is over en iedereen is weer aan het zwoegen.
De donkere kleden komt eraan weg met al het fluor, zilver en goud.
Ik weet nog op die warme dag dat we allemaal bikini's droegen.

De tijd van strand en zee is weer voorbij.
De graden dalen te snel.
De mensen verheugen zich op kerst en sneeuwvrij.
Lekker met pakjes naast de openhaard in een berenvel.

Ja blote kleding word omgeruild voor sweaters en lange broeken.
De lekkere koelen bieren worden vervangen door een chocomelk en de cappuccino.
De warme brandende zon is ver te zoeken.
Kom maar op winter let's go.