De kelder
Ik herinner me die kelder,
De lucht gesmoord en verre van helder.
Smeulende kolen verbrande mijn voeten,
niet verder kunnen maar wel moeten!
De angst voor wat er komen gaat,
maakt dat ik het lopen laat.
Ik weet ik moet omhoog,
maar als ik loop dan valt mijn oog,
op de stalen trap die gaat naar boven,
de plaats waar ik nu ben is een brandende oven.
Toch wil ik verder en besluit,
nog eenmaal verbrand ik mijn huid.
nog even heb ik pijn,
maar straks zal dat over zijn!
Door mijn voet te zetten op de trap,
zet ik mijn allereerste stap.
terwijl ik langzaam loop,
krijg ik toch steeds meer hoop.
De kelder roept en gilt,
maar ik heb genoeg tijd verspild!
nog even en ik sta,
in de kamer en ga mijn dromen achterna.
nu ben ik boven na al die strijd,
en eindelijk sta ook ik in vrijheid.
het heeft me even tijd gekost,
en nog niet alles is nu opgelost.
Maar hier ben ik en ik kan staan!
ik sta niet stil en kan weer gaan.
ik sta hier en ik ben sterk!
na al m,n harde werk.
Hoef ik niet meer terug naar beneden,
en is de kelder eindelijk mijn verleden.
Reacties op ‘De kelder’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!