Sprookjes mix

Bonenstaak in je achtertuin,
Heb je echt zo'n groot ding voor je neus?
Pas maar op dat je niet naar boven gaat,
Bij de grote enge reus.

Gister nog liep ik door het bos,
Met een mandje fruit voor opoe.
Maar dan opeens, uit het niets,
Springt die valse wolf naar me toe.
Zes geitjes zwaar,
Zijn ogen diepblauw als de Grote Zee.
'Wat heb jij daar voor lekkers bij je?
Eet ik gezellig een hapje mee?'
Fluisterde de grijze wolf met een gemene stem,
Ik dacht nog 'Dit is niet pluis'.
Meneer de Wolf, zei ik nogal bang,
Mijn opoe wacht op me in haar huis.


Mijn opoe lag ziek in haar bed,
Ze is ook al zo oud.
Ik moest de hele weg alleen lopen,
Dwars door het donkere woud.

Ik schudde de wolf af,
En kwam aan bij het oude huis.
Net zo bang als net vroeg ik,
'Is daar iemand thuis?'


'Kom maar binnen mijn kleine kind,
Wat heb je voor opoe in je handen?'
Sinds wanneer heeft opoe zulke grote ogen?
En zulke grote tanden?
'Opoe, waarom hebt u zulke grote ogen?'
'Om mijn lieve kleinkind beter te kunnen zien.'
'En die grote tanden dan?
Die heb ik nog nooit gezien!'
'Heb ik die dan?
Oh jeetje, dat was ik helemaal vergeten!'
'Maar opoe, waar heeft U die voor nodig?'
'Dan kan ik jou beter opeten!'


En toen sprong de wolf in omakleren uit het bed,
En probeerde mij op te eten.
Gelukkig kwam de reus van Sjaak net langs,
Die gemene wolf kon het wel vergeten.