Vakantie

Vakantie

De zon koestert mijn huid
De wind waait speels door mijn haren
Ik hoor alleen de bomen, verder geen geluid

Na een warme nacht ontbijt
Van vers brood en eieren
Luxe kent geen tijd

Grote auto’s rijden langs mij heen
Op zoek naar een kampeerplek
Een vlinder landt op mijn been

Heerlijk rusten, heerlijk zonnen
Het werk achter mij gelaten
De vakantie is begonnen

In de hitte van de woestijn
Slepen moeder en dochter zich voort
Het brandende zand doet hun voeten pijn

Ze moeten verder, op de vlucht
Ver van stokken en geweren
Zij zakt in elkaar en slaakt een laatste zucht

Zijn lege maagje schreeuwt: geef me te eten!
Wat de nieuwe dag zou brengen
Zal hij nooit weten

Geschreeuw, een explosie, mensen rennen
Aan het leven in deze chaos
Zullen zij nooit wennen

De wereld zinkt, de wereld brandt
Zoveel ellende in elk land

Wij hier in zoveel weelde
Vergeten wij niet
De minder bedeelde?

De armen, gevangenen, zieken, zwakken
Hen die leven zonder
De Westerse gemakken

Genieten is prima en heeft zijn waarde
Maar laten we doen wat we kunnen
Voor deze aarde