vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Kroegwoorden liegen niet
Gaan de kogels door de kroeg,
Dan vindt men de kater in de put.
Hoorde je hoe het klokje thuis sloeg,
Dan zat je nog in je eigen hut.
Ter land, ter zee en in de kroeg,
Met elk biertje dichterbij de fut.
Geef de pils toch aan Maarten,
Joost mag het drinken.
Eigen pilsjes, eigen waarden,
De tap zie ik niet, maar ik hoor de glazen klinken.
Beter één pils in de hand dan tien op de grond,
Twee mannen vechten om één pils en de derde gaat ermee aan de haal.
Morgenstond kater in de mond,
Gelukkig heb ik een blaas van staal.
Reacties op ‘Kroegwoorden liegen niet’
-
Geweldig gedicht, past perfect bij 'humorgedichten'
Marouscha - 26-04-2013 om 15:17