vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Muur om mij heen
Mijn muur stond als een dijk,
als een dijk om mij heen.
Ik verbleef in mijn eigen dromenrijk,
met mijzelf maar wel alleen.
Toen kwam jij voorbij,
steen voor steen brokkelde mijn muur af.
Ik liet me gaan, voelde me vrij,
er was eindelijk iemand die om mij gaf.
Mijn muur was geen muur meer,
slechts een hoopje steen.
Maar mijn ongeluk bekroop me weer,
jij ging ergens anders heen.
Als een volleerd metselaar,
bouwde ik de muur weer op.
Als alles behalve een treuzelaar,
nu met een stevig dak erop.
Zal mijn muur ooit weer bezwijken,
door invloeden van buitenaf.
Zal ik ooit nog naar buiten durven kijken,
of wordt mijn muur, mijn straf.