de afgrond
Haar gedachten dwalen af naar betere tijden, beelden van geluk en liefde overschaduwde haar leiden.
Terug grijpend naar neppe en verzonnen momenten, is als spelen in de huiskamer voor naar concerten begerende dirigenten.
Haar Reddingsboei wordt overvloeit door torenhoge golven, ze verdrinkt en valt langzaam de diepte in, door emoties bedolven.
Haar handen zijn bevroren onaangeraakt door koude en kille schaduwen, lachend als boeren met kiespijn achter de demonen die haar verafschuwen.
Demonen wiens instinct het is om engelen te haten, haar eens ijzeren verdediging zit vol doorgeroeste gaten.
Haar ijzersmid is verdorven en bedorven door zijn eigen narcisme, zijn gereedschappen niet in staat tot het repareren van zijn eigen, laat staan haar kapotte mechanisme.
Gewicht veranderd langzaam in druk waar voor haar gevoel niet tegen te duwen valt, als een ballon die alles opneemt en door vergiftigde lucht uit elkaar knalt.
Als een vechter die na 8 tellen nog een poging doet om op te staan, ziet ze in dat het te laat is, hoort ze de tien en ziet langzaam haar wereld vergaan.
Hoe ironisch dat aan het einde je verdwaald in waar het allemaal begon, totdat de ellende, de angst, het verdriet en de pijn, met het uitgaan van de kaars verdwijnt als sneeuw voor de zon.

Ingezonden door
Geplaatst op
15-02-2013
Over dit gedicht
gedicht over een meisje die gespest wordt
Geef uw waardering
Op basis van 2 stemmen krijgt dit gedicht 4 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Pesten VerdrietigReacties op ‘de afgrond’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!