Vreugdeslied
Ze liepen samen hand in hand
Het meisje en de vreemde
Ze zag haar verleden, heden
Haar toekomst nog onzeker
De bestemming was niet duidelijk
Ze wou het ook niet weten
Ze liep op blote voeten
Haar jurkje was versleten
Ze naderde een poort
Groot gemaakt van goud
De poort was heel erg hoog
Maar voelde zo vertrouwd
Ze liet zijn hand toen los
En liep naar de poort
Ze hoorden een gezang
Ze had nog nooit zoiets gehoord
Ze keek nog naar jongen
En lachte toen naar hem
Ze wou hem niet verlaten
Maar ze werd geroepen door die stem
Het meisje was verdwenen
Opgegaan in licht
Hij draaide zich toen om
En voltooide zijn plicht
Het meisje had nu rust
Geen pijn en geen verdriet
En toen hoorde hij haar zingen
Haar eigen vreugdeslied
Reacties op ‘Vreugdeslied’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!