mama

we missen je.
we missen je hier beneden.
je bent een hele mooie ster.
daar boven schijnent.
maar eigelijk al te ver.
als ik aan jou denk.
springen de tranen in mijn ogen.
terwijl ik eigelijk als kind nog in mijn moeder moet geloven.
geloven qau dat je bij me kunt zijn.
me kunt knuffelen en zeggen dat je trots op me bent.
nu ben je niet meer bij me.
en ik heb het koud.
koud van je missen, zonder iemand te hebben
door wie ik het warm heb.
dat jij zelf bent gegaan. doet mischien nog wel meer pijn.
wil je dan niet meer bij me zijn?
natuurlijk wel.
natuurlijk wil jij hier wel zijn.
maar je kon het niet meer.
en dat kan ik wel begrijpen..
maar mama mag ik op jou lijken?
mag ik leven als jou?
zo sterk en zo fijn.
zoon goed mens. ik wil als jou zijn.