Hoe mooi de klanken klinken
Hoe mooi
de warme klanken klinken tussen koude stenen kaal gebogen
glashelder langs in lood gevatte ogen
hoog boven de pilaren paaldansend naar beneden
alsof het ballerina’s waren
Gevleugeld door bas en grote trom
subtiel gevuld met blazers waait een kleurig strijkersaureool
in de kathedraal rondom
Duizend klanken dansen vederlicht
aaien onze oren en strijken onze ogen dicht
Finaal sterft de muziek in de gewelven uit
Geen klank is meer te horen
gedaan het dansen gedaan het aaien van de oren
angstvallig stil de kathedraal
De dirigent krijgt niet de kans te buigen naar de zaal
Het handgeklap barst uit massaal
publiek veert op het lijkt op in extase geraken
Terug de strijkstok op de snaren
Weer dansen langs pilaren de klanken op hun best
en versmelten in de extase van publiek en het orkest
Hoe mooi klonken de klanken
dansend langs de pilaren alsof het ballerina’s waren
Reacties op ‘Hoe mooi de klanken klinken ’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!