vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
vloeibaar verdriet
Tranen stromen uit mijn ogen,
over mijn wangen,
naar de grond.
Daar blijven ze liggen,
ze vormen een plasje
vloeibaar verdriet,
daar op de grond.
De haat binnen in mij groeit,
stop met dat gejank,
je bent toch geen klein kind.
En voor al die tranen,
komt woede in de plaats.
Ik grijp het mes,
een haal over mijn arm.
Er vormt zich een tweede plasje,
naast mijn tranen op de grond.
Bloedrood deze keer.
Maar, ik voel de woede,
langzaam weer verdwijnen.
Reacties op ‘vloeibaar verdriet’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!