vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Onder de grond
Ik ben een mol en ik ruik de wormen in de grond.
Ik eet mijn buikje rond.
Soms graaf ik een gang.
Dan ben ik best bang.
Dat die instort.
Boven op mijn etensbord.
Ik kruip dan rond.
Onder de grond.
Mijn sport is graven.
En de gangen zijn mijn slaven.
Soms zit ik in mijn nest.
Dan zit ik erg best.
Het is best fijn.
Om een mol te zijn.
Soms maak ik hopen.
Die mensen slopen.
Ze willen me vangen.
Want ze houden niet van mijn gangen.
vaak ben ik hyper.
Dan graaf ik dieper.
Ik ben een dier.
Dat onder de grond leeft, hier.
Reacties op ‘Onder de grond’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!