een muurtje opgebouwd

Langzaam aan,
ben ik begonnen met bouwen.
bouwen van een muurtje,
dat sterk genoeg is.

Sterk genoeg,
om mij te gaan beschermen.
beschermen tegen de pijn,
wat mensen mij geven.

de mensen,
die mij willen vernietigen.
me klein willen laten zijn,
daarvoor elke steen.

elk steentje,
stapel ik netjes op elkaar.
geen kiertje erdoor,
beschermd tegen elk gevaar.

beschermd,
omdat elk steentje
een stukje leven is
wat verpest is voor mij.

verpest,
doordat mensen mij lieten stikken.
en me lieten zitten met pijn en verdriet,
wat ik nu niet meer door het muurtje liet

Muurtje langzaam opgebouwd
uit alle verdriet in pijn.
die er nu niet meer doorheen kan,
en voor niemand iets doorliet

nu is mijn muurtje groot en sterk genoeg,
om niks meer doorheen te laten
Zodat niks me nog kan raken,
waar ik door zal lijden.

mijn muurtje opgebouwd
uit elk steentje van mijn leven.
elk steentje is een traantje
die achter deze muur verborgen gaan.