Armoede

Niet ieder kind leeft zoals wij.
Niet ieder kind heeft zo'n mooi leven als jou.

Niet iedereen heeft zo'n mooi huis als jou.
Hun zitten in een hutje van dierenhuiden , takken en klei.

Hun hebben niet zulke mooie kleren.
Ze moeten blij zijn met een te klein shirt en broekje.
Schoenen denk daar maar niet aan hun lopen bijna allemaal op blote voeten.

Wij krijgen thuis lekker te eten.
Zij hopen dat ze een dier met hun pijl en boog kunnen raken.

Zij moeten heel ver lopen voor een beetje water.
Wij draaien de kraan open en er komen liters water uit.

Hun hebben in hun huis geen betonnen muren.
Of als ze ziek zijn van die duren kuren.

Ze moeten blij zijn dat ze zien te overleven.
Wij denken heel gemakkelijk over ons leven.

Maar in zulke landen zoals Afrika is dat wel even anders.