Nacht-wandeling
Het schijnsel van de zaklantaarn,
scheen door het bos.
Het kristalliseerde duizend,
kleuren in het mos.
De hond die ook mee wandelen was,
hield zich respectvol stil.
Hij voelde ook de puurheid aan,
die de avond wil.
Was het nu een uil of vleermuis,
wiens schaduw in de maan,
de blauwzwarte lucht verstoorde
het is me echt ontgaan.
Hier en daar kloeg een vermoeide tak,
die het avondvocht opzoog,
over de dorheid van de dag,
zo zonnig, maar oh zo droog.
Ergens midden in het bos, een tra,
vol verlicht door de maneschijn,
een door de natuur in ongena
gekomen, dood konijn.
Speelse schaduwen aan de rand.
Nachtelijk leven.
Een leefmilieu onbemand,
uit zichzelf gedreven.
Reacties op ‘Nacht-wandeling’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!