Ik heb een strafblad

En ik zit er zo mee.
Maar ik moet naar huis.
Anders krijg ik geen dure tv.
Maar ik wil die tv.
Anders steel ik er één.
En moet dan met die politie mee.
En ik zeg dan nee ik ga lekker niet mee.
Ik ga liever naar de zee.
Dan met jou mee.
Want je stinkt naar een wc.
Kom met mij mee.
Dan stink je niet naar een wc.
Maar ik ga met je mee.
Want ik moet naar de wc.
En dan ga ik naar de zee.
En ik neem gelijk een luchtverfrisser mee.
Want dan ruik je niet meer naar een wc.
En doe er iets mee.
Lelijke wc.