vorige gedicht
vorige gedicht
Het natte zand
Regen, wind en kou,
verschillende mensen in de rouw.
Met hun zakdoeken onder hun neuzen
rollen hun tranen als dwergen op reuzen.
Hun dikke winterjassen onder hun kin toegeknoopt.
Een tas hete soep en een broodje, op meer hadden ze echt niet gehoopt.
Arm in arm is toch zo warm.
Ze kruipen bij elkaar uit puur erbarm.
Ze snotteren, ze wenen en ze huilen.
Laat hen, net als de regen, maar druilen
in dit trieste land
waar men steevast bijt in het koude, natte zand.
Reacties op ‘Het natte zand’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!