Pasen
Hij, die rustte in het graf,
was geen bedreiging meer, als misdadiger
kreeg Hij zijn straf.
Voor zijn volk
keert Hij straks weer.
Soldaten hielden in die nacht,
voor het graf de wacht,
zijn lichaam werd bewaakt, totdat God zelf
de steen heeft aanraakt,
en men in angsten vlucht.
Hij stond op uit ’t graf,
geen mens heeft het gezien,
zijn lijdenswerk was af,
als Knecht heeft Hij gediend,
nu is Hij Koning, Heer
keert straks tot Vader weer.
Velen hebben het gehoord,
Hij liet ons na zijn Woord
en Geest om te getuigen.
Hij is niet dood, Hij leeft
die aan zijn volk
het leven geeft.
Wij mogen leven in verwachting,
van zijn tweede komst.
Dan zal elk oog Hem zien,
dan zal elk oor Hem horen,
dan wordt de schepping als herboren.
Reacties op ‘Pasen’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!