vorige gedicht
vorige gedicht
De zwart geploegde voren
Stilte droomt en verte trilt een kerktoren
op klokke twaalf zijn alle boeren klaar
zinderend zoekt zon zijn vogels bij elkaar
kwetterend in de zwart geploegde voren
je schaduwt deze plaats al eeuwenlang
zucht zacht als ze hun eerste honger stillen
zelfs liefde bloeide hier en kon verkillen
als hun zomer weer dat trieste einde nam
ben jij die boom geweest waar ik op bouwde
rode kaarsen bloeiend in de lentezon
mijn bron die ik onlesbaar steeds vertrouwde
nog weet ik hoe het allemaal begon
eindigde in passie die me zo benauwde
jij was het voorjaar dat ik koesterend verzon
Reacties op ‘De zwart geploegde voren’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!