Het meisje uit India
Wanneer ik aan jou denk,
Aan jou, een meisje van een jaar of zes,
Zie ik die donkerbruine ogen van jou.
Diepe ogen, maar gevuld met een grote leegte.
Er is geen glimlach op je gezicht te vinden.
Je was verlegen en heel erg stil.
Daar stond je, in de duisternis
Ver weg van de andere kinderen,
Met je vuile en kapotte kledij
En je haar in de war.
Angst was het enige wat ik kon bespeuren.
Maar toch was je nieuwsgierig
En bleef je naar ons kijken.
En toen ik je een ballon gaf,
Nam je die voorzichtig aan.
En voor het eerst sinds ik je observeerde,
Zag ik een glinstering in je ogen verschijnen,
Een teken van dankbaarheid zag ik op je gezichtje.
Ik ken de gevoelens niet die jij hebt
Of het ongeluk in je leven.
Ik kan niet eens met je praten,
Maar één ding kan ik wel voor je doen
En dat is bidden, lieve kleine meid.
En ik geloof dat God jou zal redden
En je zal weghalen uit de duisternis
Reacties op ‘Het meisje uit India’
-
Mooi gedicht met een halve oplossing. Natuurlijk kunnen we altijd bidden! Maar velen die in het Westen leven kunnen ook hun rijkdom daadwerkelijk delen en een of meerdere kinderen sponsoren. Dat is wat Jezus daadwerkelijk van ons vraagt.
René - 06-10-2012 om 11:33