Jongens zijn net

A:
-Jongens zijn net... auto's, voor je het weet, lig je eronder.
-Jongens zijn net... appels, je gooit ze weg, als ze verrot zijn.

B:
-Jongens zijn net... boeken, voor je het weet is het uit.
-Jongens zijn net... bounty's, een stukje paradijs op aarde.
-Jongens zijn net... bussen, als je er eentje mist, neem je gewoon de volgende.
-Jongens zijn net... baby's, een beetje aandacht en ze zijn gelukkig.

C:
-Jongens zijn net... cola, even schudden en ze spuiten.
-Jongens zijn net... citroenen, ze maken het leven zuur.
-Jongens zijn net... chips, voor je het weet heb je een andere zak.
-Jongens zijn net... chocola, je kan er maar niet vanaf blijven.

D:
-Jongens zijn net... dolfijnen, men zegt dat ze slim zijn, maar niemand kan dat aantonen.

E:

F:
-Jongens zijn net... fietsen, als je niet trapt doen ze niks.

G:

H:
-Jongens zijn net... hondenstront, elke keer trap je er weer in.
-Jongens zijn net... Haribo, onbegrijpelijk maar lekker.
-Jongens zijn net... huissleutels, het is kut om ze kwijt te raken.

I:

J:

K:
-Jongens zijn net... kauwgom, als de smaak eraf is neem je gewoon een nieuwe.
-Jongens zijn net... kauwgom, ze blijven plakken, ook al is de smaak eraf.
-Jongens zijn net... kerstbomen, eerst versier je ze, en dan dump je ze.
-Jongens zijn net... kerstbomen, een piek en ballen.
-Jongens zijn net... katholieken, ze denken altijd aan hun kruis.
-Jongens zijn net... klokken, opgewonden en getikt.
-Jongens zijn net... koekjes, je haalt de verpakking eraf en ze zijn om op te vreten.

L:
-Jongens zijn net... lolly's, als je ze ziet zijn ze lekker, als je d'r aan likt zijn ze zoet, maar als je d'r in bijt zijn ze zuur.
-Jongens zijn net... lucht, zonder ze kan je niet leven.
-Jongens zijn net... lucifers, voor je het weet is het uit.

M:
-Jongens zijn net... muziek, ze blijven de hele dag in je hoofd zitten.
-Jongens zijn net... meloenen, sappig en vol zaad.
-Jongens zijn net... mascara, ze gaan lopen bij de eerste emotie.
-Jongens zijn net... muntjes, je raakt ze altijd kwijt.
-Jongens zijn net... muggen, eerst de prik, dan de bult.

N:

O:
-Jongens zijn net... ondertiteling, ze gaan veel te snel weg.

P:
-Jongens zijn net... postbodes, ze gaan van gleuf naar gleuf, net zolang tot hun zak leeg is.
-Jongens zijn net... ping pong balletjes, ze gaan van bedje naar bedje.
-Jongens zijn net... paraplu's, een keer trekken en ze staan stijf.
-Jongens zijn net... paddestoelen, als je de verkeerde neemt, ga je eraan kapot.
-Jongens zijn net... pizza's, de koerier mag er naar kijken, en er aan ruiken, maar hij mag hem niet aanraken, want hij is van MIJ.

Q:

R:

S:
-Jongens zijn net... snoep, je weet dat het slecht voor je is, maar toch kan je er niet vanaf blijven.
-Jongens zijn net... sleutels, als je d'r een hebt, doen ze hun deur op slot.
-Jongens zijn net... sterren, 's avonds verschijnen ze, en s'ochtends verdwijnen ze.
-Jongens zijn net... spaghetti, ze gaan er stijf in, en komen er slap uit.
-Jongens zijn net... slingers, voor je het weet ben je versierd.
-Jongens zijn net... spinazie, soms zijn ze om van te kotsen.
-Jongens zijn net... slagroom, je moet ze eerst schudden, dan spuiten ze, en als ze leeg zijn gooi je ze weg.
-Jongens zijn net... slagroom, voor je het weet ben je dik.
-Jongens zijn net... sinterklaas, na een tijdje geloof je er niet meer in.

T:
-Jongens zijn net... typex, eerst is het je type daarna je ex.
-Jongens zijn net... tomatensoep, zonder ballen zijn ze niks.
-Jongens zijn net... tandenborstels, je moet ze goed gebruiken, en regelmatig een nieuwe nemen.
-Jongens zijn net... taarten, er zit altijd wel een lekker stuk bij.
-Jongens zijn net... tuinmannen, in elk gaatje een zaadje.

U:

V:
-Jongens zijn net... vlooien, ze springen van poes naar poes.
-Jongens zijn net... veters, ze zijn niet te strikken.
-Jongens zijn net... vuilnisbakken, op elke hoek staat er een.

W:
-Jongens zijn net... WC's, als ze bezet zijn moet je een ander zoeken.
-Jongens zijn net... wiskundesommen, je snapt er helemaal niks van.

X:

Y:

Z:
-Jongens zijn net... zeep, als je denkt er een vast te hebben, glijden ze weg.