Kom, mijn liefste

Nu winter komt, de winter koud, het leven dooft,
Nu bladeren vallen, nachten duren van Zon berooft,
Nu wind hard beukt in dagelijks regenweer,
Dan zeg ik, kom mijn liefste en zoek warmte bij mij, keer tot mij weer.

Als lente breekt aan, ‘t voorjaar het blad ontvouwt en de tak verrijkt,
Als licht neerdaalt op ons en wind langs jouw voorhoofd strijkt,
Als we wandelen en ademen diep, de zuivere lucht als scherp zand,
Dan zeg ik, kom mijn liefste en leg je hand in mijn hand.

Als Zomer over wereld ligt en op een dag van goud
Onder een slapend bladerendak een liefdesdroom zich ontvouwt,
Als Zomer ‘ t rijpend ooft verwarmd in stralend Zonnebad,
Als stro goudgeel is, wit de aar, en oogst gaat naar de stad,
Als bossen groene zalen zijn en wind waait door je haar,
Dan zeg ik, kom mijn liefste en ik kus je daar

Als herfst komt, blad geel als goud, vallend als tapijt
Als natuur draalt, nog even, nog even, als met spijt
Als Zon en regen de Aarde geuren doen als pittig hooi
Dan zeg ik, kom mijn liefste, jij bent als alle jaargetijden, je bent zo mooi.

Samen gaan wij dan de weg die naar geluk toe leidt,
En vinden dan ons land ver weg waar rust ons hart verblijdt