Thuis

Thuis
Thuis alleen. Het regent. Het is donker.
Thuis
Thuis alleen. Ik zie de donder. Ik hoor de bliksem.
Thuis
Thuis doe ik niets. Ik lees. Ik zie. Ik bewonder.
Thuis
Thuis verveel ik me af en toe. Maar weet iets te verzinnen.
Thuis
Thuis ga ik samen met vriendinnen films kijken met popcorn
Thuis
Thuis blijf ik altijd een veilig gevoel hebben omdat ik thuis ben en de omgeving ken
Thuis
Thuis lig ik soms te huilen in mijn bed omdat ik brand van verlangen om te weten wat er is na de dood.
Zullen we leven, ergens anders
Zullen we leven, opnieuw
Of houd het op, voor altijd…
Nooit meer…
Nooit meer spelen
Nooit meer lachen
Nooit meer regen
Nooit meer donder
Nooit meer niets, of toch wel?
Kan er na de dood niets zijn, of noem je dat anders
Wat is er na de dood, is het niets of is niets iets
Waarom zou het beeld van een kind zwart zijn als diegene aan de dood denkt. Omdat ze denken dat je je ogen dicht hebt, dan is het zwart. Want als zij hun ogen dicht doen is dat het ook. Vroeger dacht ik dat je altijd zou dromen, voor altijd. Een nachtmerrie was dat, ik droomde nooit fijn toen ik klein was. Ik lag in mijn bed, te huilen van deze gedachte, tot mijn moeder me ooit vertelde dat je helemaal niet droomt als je dood bent. Hoe weet ze dat? Omdat je hart niet meer klopt kan je niet meer dromen? Het feit dat we er geen bewijs van hebben dat het zo is, betekent nog niet dat het niet zo is. We gaan er van uit dat we niet dromen, wat doen we dan?
Niets?
Wat heeft het dan voor nut om dood te gaan? Om plaats te maken voor nieuwe mensen, maar die nieuwe mensen gaan ook dood, voor weer nieuwe mensen. Waarom moeten er nieuwe mensen komen? Waarom kunnen de oude niet blijven? Omdat je dat gelooft, je gelooft dat het zo gemaakt is, het is nou eenmaal zo?
Omdat je dat gelooft?
Maar wat nou als je niet gelooft? Hoe zit dat dan?
Geloof vind ik prachtig!
Je bind je wel aan een persoon, waarvan je eigenlijk helemaal niets zeker weet.
Je wel leeft volgens bepaalde regels en voorwaarden
Je hebt wel bepaalde dingen waar ik toch tegenop kijk.
Maar je hebt die zekerheid, die zekerheid!
Je weet dat wat er ook met je zal gebeuren, het loopt goed af. Want je leeft namelijk goed! Je weet dat jouw geloof je lot in jouw handen heeft en er goede dingen mee zal doen. Je weet dat er iemand is die er altijd voor je zal zijn! Je hebt de zekerheid dat zolang je niets fout doet, er ook niets met jou zal gebeuren. Je hebt de zekerheid dat het niet afgelopen is na de dood.
Die zekerheid, die vind ik prachtig

Ik heb het alleen niet.