Rijmelarij in december
Jozef zat stil te staren,
kon zoveel niet verklaren.
Hoe kon het nu dat zijn lieve vrouw
zwanger was, was zij niet trouw?
In het lot schikken moest hij zich,
want het onschuldige wicht
dat nog in haar schoot verborgen was
zou geboren worden alras.
Dan nog samen de reis ondernemen,
en zij was al zover henen.
Ze liep toch reeds op alle dag,
en zitten op een ezel, 't is wat men vermag.
Vele vragen die hem bezig hielden,
soms wist hij niet wat hem bezielde.
Weglopen van dat alles ging niet meer,
zijn gedachten gingen tekeer.
Maria, vermoeid zag zij hem aan,
"Jozef, we moeten verder gaan.
Bij de herbergen moet je kwartier gaan vragen
het kind wordt te zwaar om te dragen".
Jozef, opschrikkend uit zijn gedachten,
moest snel een plaats vinden om te overnachten.
Het kindje kondigde zich al aan,
Maria moest nu rusten gaan.
Ongerust en vol met zorgen,
zag hij op tegen de dag van morgen.
Toen hij Maria in haar gezichtje keek,
zag zij van vermoeidheid bleek.
Nergens kon hij onderdak vinden,
nog geen plaats om het ezeltje aan te binden,
zodat ze eventjes rusten konden,
het liep al tegen de morgenstonde.
Een man, vervult met mededogen,
keek Maria in haar ogen,
en wees Jozef naar een stal
"opdat zij wat rusten zal".
Waren zij daar aangekomen
engelenzang werd meegenomen.
Herders in de velden knielden neer,
en vonden het kindje teer
slapend bij zijn moeder,
en Jozef was hun hoeder.
Toen hij ze daar zo beiden zag,
verscheen op zijn gezicht een tedere lach.
het vertrouwen tussen Jozef en de Heer,
was er op dit moment wel weer.
Zijn vrouw en zijn kindje zoet,
nu was voor hem echt alles goed.

Ingezonden door
Geplaatst op
27-10-2010
Geef uw waardering
Op basis van 2 stemmen krijgt dit gedicht 3 van de 5 sterren.Social Media
Tags
KerstsfeerReacties op ‘Rijmelarij in december’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!