vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Kaarsengedichtje voor advent
Er staan vier kaarsjes op een rij
te wachten op het feest.
Eén lichtje laat ons alvast zien
hoe mooi het is geweest.
Nu mogen er twee kaarsjes aan,
ons wachten wordt beloond.
Het wordt steeds lichter in de kerk,
dit huis waarin God woont.
Vandaag branden drie kaarsjes,
drie vlammetjes van licht
vertellen van het Kind dat komt,
is dát geen mooi bericht?
Nu mag het vierde kaarsje aan.
Vier lichtjes laten horen:
nog een paar nachtjes slapen,
dan wordt het Kind geboren.
Coby Poelman - Duisterwinkel
Reacties op ‘Kaarsengedichtje voor advent’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!