Ik blijf bij jou
Ik blijf bij jou.
Tot de nacht, de laatste zucht
van onze eindeloze zinnen
afsluit, met een pracht,
van hemelzwart en donker.
Van een stil, maar prachtig wonder
van haar sterren, en verlaat.
Van de tijd, die stil, stilstaat.
En er verder niets verandert,
met de klok die door blijft slaan.
Die onze lange avonden,
een voor een,
maar stil laat staan.
Die vonken aan de horizon,
Laat zweven met seconden,
Die vallen als een sterrendoek,
En dan wordt opgewonden.
Het felle licht moet wachten,
want letters worden woorden,
woorden worden zinnen,
zinnen worden koren:
Oneindige verhalen,
met af en toe een lach,
waar ik zo in kan verdwalen.
En je ogen blijven stralen.
Tót je vraagt; “mijn lief,
hoor je wat ik zeg?â€
Ja, natuurlijk doe ik dat, alleen,
is al mijn aandacht weg.
Want bij jou ben ik bevroren,
Met trots van tig gezichten.
lachend en verloren,
Als de zon ons komt verlichten.
Reacties op ‘Ik blijf bij jou’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!