Hij hield van mij

- Ik dacht hem eindelijk gevonden te hebben.
- Hij die my gelukkig maakte.
- Hem waar is altijd van zou houden.
- Maar ik had het mis.
- Hij hield van mij.
- Misschien was mijn leeftijd een probleem.
- Ik was misschien te jong.
- Ik dacht dat het allemaal zou mee vallen.
- Maar nee, dat deed het niet.
- En toen, toen ik zoveel van hem hield, dat ik niet meer zonder hem kon.
- Zij hij en ik dat het over was.
- Ik zakte in elkaar van ellende en wanhoop.
- Ik wist niet meer wat te doen.
- Wat moet ik zonder hem?
- Hij maakte mij gelukkig.
- Hij leide mun leven.
- En nu, moet ik verder zonder hem.
- Zonder zijn knipoogjes, zonder zijn lieve gesprekken die we elke dag voerde.
- Alles is voorbij!
- Ik zie nig altijd alle beelden voor mij: zijn lieve oogjes, zijn lachje, zijn liefde die hij mij gaf.
- Hij was mun alles!
- Uit het oog, maar niet uit het hart.