Er was eens een hele lieve man
Er was eens een hele lieve man,
Praten ... daar kon ie wat van.
Hij praatte graag, en heel bijzonder ...
Zelfs met lantaarnpalen ... een heel echt wonder.
Je kletste de oren van mijn kop,
Ik heb het nooit kunnen vinden, die volumeknop.
Altijd optimistisch en blij,
Als een veulen dartelend door de wei.
Gevoelig, eerlijk, puur en oprecht,
Ontactisch, chaotisch, druk maar altijd echt!
Hij dronk liever prik in plaats van bier,
Geliefd bij mens en dier.
Lappie, Yuppie, Bommel, Nero en Beau hadden geluk,
Met zo'n baas kan het niet meer stuk.
Uitgebreid koken voor Max was verspilde tijd,
Maar een goed gebakje, alleen van de juiste bakker, kon je altijd bij hem kwijt.
Behulpzaam, sociaal en spontaan,
Van Max kon je opaan.
Maar toen plots kwam daar die olifant met die dikke snuit,
En langzaam maar zeker blies hij het verhaaltje Max uit ...
Als een donderslag bij heldere hemel overviel ons de diagnose,
Max was ziek, en helaas een hele slechte prognose ...
Dapper en vol optimisme ging Max de strijd aan,
Hij zou het monster gaan verslaan!
Maar het bleek een ongelijke strijd,
En beetje bij beetje raakten we Max kwijt.
Nu ben je vertrokken met de laatste trein,
In de hemel zal het een stuk gezelliger zijn.
Maar hier ... wat een verschil,
Is het nu wel heel erg stil.
Maar lieve Max, ook ik ga eens over de brug,
En dan ... zien wij elkaar terug!
Reacties op ‘Er was eens een hele lieve man’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!