Bedrogen door de haat
Toen ik jou zag,
Op een winterse dag.
Dat was de dag,
Dat ik van de winter begon te houden.
Het voelde voor het eerst warm.
Verliefd, vertrouwd het voelde zo goed.
Jij liep voorop, begon ons eigen verhaal,
Ons eigen pad.
Volgde je sporen in de sneeuw,
Zette mijn voetstappen in de jouwe
Ze pasten niet,
Maar liepen wel in elkaar over.
Ik hield mijn hoofd omlaag,
Was bang om je voetstappen te verliezen,
Bang om te verdwalen,
bang omdat ze misschien zouden vervagen
Keek niet om wat er gebeurde,
Hoorde stemmen, zag dingen vaag.
Besefte niet wat er om me heen ging,
Zag het niet.
En dat was de dag dat ik winter begon te haten.
Ik hefte mijn hoofd omhoog,
Om jou te zien, om naar de zon te kijken.
Maar wat ik zag was zwart, grijs.
Bedrogen door de haat, door de liefde.
De winter werd weer koud en kil
Zoals ik het gewend was..
Reacties op ‘Bedrogen door de haat’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!