vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Vogelvrij
ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten
het Haagse luchtruim is mijn hoge troon
ik wijk niet voor de dreiging en de hoon
van hen die mij vervloeken en verachten
Oost-Indisch doof ben ik voor jammerklachten
een stad aan zee, ik ben een autochtoon
u bent lakei en veegt mijn straatje schoon
mijn schrikbewind bezorgt u zware nachten
het mensdom kijkt omhoog en mag slechts hopen
als ik mijn honger van de daken schreeuw
mijn ziel is zwart, al ben ik wit als sneeuw
u vlucht als ik de straten af ga stropen
ik rijt de volle vuilniszakken open
uw offer aan de maag van Koning Meeuw
Reacties op ‘Vogelvrij’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!