vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Fluisteringen
Bloos gefonkel bij het kijken
samen staande op de rand
en het warme armen reiken
zachtjes rakende de hand.
Wat onzeker in het vroeger
nu besloten met elkaar;
na de twijfel bij het zoeken
hier nu samen, wonderbaar.
Ik getuige van het rode
en het mooie en het licht.
Ook het meest vurige schrijven,
krijgt dit amper klaargedicht.
Nu het waarlijk is gekomen
om het woord te laten zijn
hangt de stilte van het dromen
bij eenieder in het schijn.
Lieve zachte fluisteringen
gevend al die zekerheid,
zijnde door het goude ringen
samen in de eeuwigheid.
© Jan Den Haerynck 2009
Reacties op ‘Fluisteringen’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!