vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Dat meisje
Er zit een meisje in mijn kamer.
Met bruine haren, Blauwe ogen.
Ze huilt zonder tranen.
Ze weet niet waar ze is.
Ze zit in elkaar gekrompen.
Bang dat ik haar pijn doe.
Bang voor Slaag en haat.
Zou ze weten dat ze niet meer alleen op de wereld staat.
Weet ze wie ze is.
Hoe moet ik haar dat vragen.
Ze luistert niet.
Mijn stem klinkt vaag.
Zou er iemand weten wie het is.
Zonder haat, zonder slaag.
Ik pak een spiegel en kijk.
En kijk nog eens goed.
Ik kan het zien.
Dat meisje, Dat meisje.
Ben ik.
Reacties op ‘Dat meisje’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!