De wolk

De wolk kent geen vaste verblijfplaats aan de hemel
Hij is slechts een tijdelijke gast, die zich kan oprollen,
of uitgestrekt rusten op het eenzame strand van de lucht
Zijn enige vijand is de storm,
die onverwacht binnen kan dringen in de nacht,
en hem met brute kracht uit zijn vluchtige domein verdrijft

Dan wordt hij een kameleon,
die donker kleurt, zwart, lichtgrijs, zelfs haast onzichtbaar
Hij verzet zich niet, zoekt geen uitweg,
want er zijn geen hoeken van schaduw
waarin hij zich kan verschuilen
Soms maakt hij zich zo dun dat zelfs de storm
zijn bestaan niet opmerkt,
Alleen de zuchten van zijn adem
vormen een onzichtbare rimpeling aan de hemelkoepel