Zoektocht
Eens was zij pianiste,
haar vingers dansten vliegensvlug
over zwarte en witte toetsen
Nu loopt ze op open sandalen,
bevuilde voeten raken het trottoir,
een wollen deken om haar buik
Ze is op weg, zoekend naar rust
Waar kan ze die vinden
Niet tussen hoge flats,
of in smoezelige laagbouw
met afgebladderde deuren
Ze zoekt de buitenlucht, het open veld
Daar, tegen de heuvel,
een weide vol paardenbloemen
Hun gelige kronen reiken naar de hemel,
de groene stengels kaarsrecht
Daar, een open plek
Met een harkje schraapt ze steentjes bijeen,
legt ze neer als een notenbalk
In haar hoofd klinkt een melodie,
een pianostuk van vroeger,
uit haar tijd in het concertgebouw
Ze spreidt haar deken uit,
gaat liggen,
het voorhoofd rustend op gevouwen armen
Tussen de stelen door,
kijkt ze naar een woud van vochtige stengeltjes
Dauwdruppels glijden langs de stelen,
sommige geknakt,
de dauw mengt zich met het melksap,
en laat een wit, stroperig plasje achter
Ze draait zich op haar zij
Eén bloem hangt voorover,
geknakt door de felle zon,
zijn kleur heeft die van de aarde aangenomen,
eenzaam tussen de trotse andere
Een windvlaag streelt haar wang
met een pluizige bol
Ze wrijft teder over de tinteling,
terwijl de pluimen zich
in haar pruik verstrengelen
Ze draait zich op haar andere zij,
sluit haar ogen,
luistert naar de stilte
Alleen het ruisen van de wind
door de bloemen breekt de rust
Ingezonden door
Geplaatst op
25-09-2024
Geef uw waardering
Op basis van 0 stemmen krijgt dit gedicht NAN van de 5 sterren.Social Media
Tags
Paardenbloem Pianiste RustReacties op ‘Zoektocht’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!