Eenzame anemoon
In een bruisende straat verheft zich het majestueuze concertgebouw,
een baken van emoties en melodieën
Elke avond klinken daar vioolklanken als muzikale avondmijmeringen
De schitterende luchters werpen een betoverend licht op de violisten
Hun stralen vormen een sprookjesachtige symfonie van kleuren
Op de concertmeester valt aldoor een tere schaduw van het dirigentstokje
In het bloemenperkje voor het gebouw staat een groepje inktzwarte rozen,
in het midden prijkt een verdwaalde gele anemoon
Overdag staan de rozen er wat slapjes bij,
laten ze zich meewegen in de wind
en sluieren ze hun bloemblaadjes
Het lijken dan net doorschijnende bolletjes met een lichtgrijze kleur
Een manier om zich van de buitenwereld af te schermen
en toch nieuwsgierige voorbijgangers een ingetogen uitstraling te geven
s'Avonds als het vioolconcert is ontwaakt onthullen ze hun pracht
door bloemblad na bloemblad te openen en te sluiten,
op het ritme van de naar buiten stromende zilveren viooltonen
Hun lenige groene stengels vormen een liedrijk wuivend woud
dat bij avondlijke voorbijgangers verwondering oproept
over de schittering en zachtheid van de natuur
Echter, de gele anemoon staat eenzaam temidden van de muzikaal bewegende rozen,
maar hij kan zich laven aan de schoonheid om zich heen
Reacties op ‘Eenzame anemoon’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!