Handkar
Met een handkar hinkte hij van boerderij naar boerderij
Door een wielkromming wiebelde de kar
Het leek wel een wiegelend waterbootje op schuimige slootgolfjes
Ruwe handvaten schuurden zijn kleine kinderhandjes open
Belletjes bloeddruppeltjes kropen tussen houtsplinters
Hij klopte op een dennenhouten dubbeldeur van het deel
Warme koeienwalm kabbelde door kieren buitenwaarts
Door die scherpe stanklucht kreeg hij niesneigingen
Druppeltjes kindersnot kletsten op karbodem uiteen, door ruwhout opgezogen
Met scherp geknars ging het bovenste deurdeel open
Een boer met rimpelig rood blozende bakkes
boog voorover en keek hem geïrriteerd aan
Bevend van angst werd zijn korte kniebroekje vochtig
en stamelde haperend of hij nog aardappelend had
Reacties op ‘Handkar ’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!