Mierenbond

Komen schijnbaar warrig aangekropen
Zie ze daar met hun zes poten lopen
Zware lasten op hun rug geladen
Met vooral rijk gekleurde bloemzaden

Gelegen onder geaard bladerdek
Zoeken zij met voelsprieten hun woonplek
Ieder vindt zijn eigen voedselsalon
Voor honingdauw of insectenbacon

Eierleggende koningin kijkt rond
Met bruinogen leidt zij de mierenbond
Goedkijkende werksters staan in haar gunst
Zo beoefent zij overlevingskunst