De dageraad
Uit 'Het absurdistisch universum'
Na veertig jaren in gekeerd zichzelf
dacht hij gebeden een licht te zien
dat door het duister naar hem scheen
aan het eind van het steen zijn gewelf
er iets heel groots leek daar bewoog
lachte hem toe tot hem neder boog
aan het einde van de nacht zijn grot
ging hij in het eerste ochtendlicht
tegemoet met wat ver hem wachtte
de wegen die hem al verder voerden
door de werelden van het ene streven
door de werelden van het gene streven
naar de ene of de gene ommekeer
veertig jaar zwierf hij al hoger en weidser
om de zon ...... die onder ging.
Guido van Geel
Ingezonden door
Geplaatst op
11-10-2021
Over dit gedicht
'Waarover men niet spreken kan, moet men zwijgen', zei L.W. en zocht het voorbij de woorden.
Geef uw waardering
Op basis van 6 stemmen krijgt dit gedicht 4 van de 5 sterren.Social Media
Tags
GuidovangeelReacties op ‘De dageraad’
-
Onlangs schreef ik een, nog niet gepubliceerd, essay met als titel "De Sleutelbos". De overeenkomst en gelijkenis met dit mooie gedicht zijn frappant.
Istvan Koning - 14-10-2021 om 09:41
-
om licht te zien moet je wel naar buiten kijken, en niet alleen naar binnen zei Johan Cruyff
rita arends - 14-10-2021 om 12:36