alle dieren op een rij

Een krokodil
Weet altijd wat ze wil
Ook al ligt ze uren stil
Het is geen dwaze gril
Want een krokodil
Weet wat ze wil

Leeuwen
Liggen altijd te geeuwen
Dat doen ze al eeuwen
Ze luisteren naar angstschreeuwen
Van dieren die de vrouwtjesleeuwen
Verscheuren en versleuren tot bij de leeuwen

Apen
Zitten altijd te gapen
Is dat omdat ze te weinig slapen
Of zijn ze zo geschapen
Of omdat ze de mensen naapen
Die naar hen staan te gapen

Koeien
Staan altijd te loeien
Is dat omdat het gras niet sneller wil groeien
Of omdat ze met stieren willen stoeien
Mij kan dat loeien
In elk geval niet boeien

Een paard
Kwispelt altijd met zijn staart
Is dat zijn aard
Of omdat hij jeuk ervaart
Het is nauwelijks de moeite waard
Dat dit ongemak wordt aangekaart

Katten
Jagen nooit op ratten
Ze laten zich niet afmatten
Want ze kunnen goed inschatten
Dat ze ze toch niet kunnen vatten
Hoe moeten we dat nu opvatten

Honden
Zijn nooit te doorgronden
Dat heb ik zelf ondervonden
Toen we eens te dicht bij stonden
En ze niet waren vastgebonden
In een mum stond ik vol bijtwonden

Olifanten
Staan altijd te lanterfanten
Hun slurf zwaait naar alle kanten
Ze weten wel van wanten
Want het zijn kampioen-flagelanten
Het zijn echte veest-giganten

Spinnen
Komen bij ons nooit binnen
Ze kunnen toch niet winnen
Zelfs niet als ze bij vriendinnen
Advies inwinnen
Er is niets mee te beginnen

Een papegaai
Maakt altijd meer lawaai
Dan hanengekraai
Het is niet fraai
Als ik er naar graai
Dus geef ik hem een oplawaai

Schapen
Zijn altijd geschapen
Om ons te laten slapen
Als je begint de gapen
Mag je je niet vergapen
Aan voorbijhuppelende schapen

Een slang
Maakt me altijd bang
Jaagt me op stang
Zo erg dat ik verlang
Naar het gevang
En dat heel lang

Raven
Komen alijd aandraven
Met iets wat ze opgraven
uit graven
En zich dan komen laven
We kunnen dit staven


De geit
Komt altijd net op tijd
Voor het afscheid
Met spijt
Of moet ik tot in de eeuwigheid
Mijn dierenrijmen kwijt