Corona-beest
Corona-beest (vrij naar Het Schrijverke van Guido Gezelle)
O boosaardig en gluiperig coronabeest,
met ’t vuile kabotseken aan.
O zeg me: waar komt gij nu toch vandaan?
zeg het mij dan eens, snel, kom aan.
Gij woekert nu overal en o zo onzichtbaar,
voor oud en jong zijt ge een echt gevaar.
Gij strijkt zo snel in alle continenten neer,
ge verspreidt er ziekte en dodelijk zeer.
Hoe bestaat het, gij hebt geen arm noch been,
en al evenmin ogen, niet eens één.
Ge zaait overal angst en groot verdriet,
dat is het aller enigste dat gij ons biedt.
Gij zijt een zo'n gemeen en schurftig beest,
gij jaagt de mensen in een leven zonder feest.
Gij wilt snel iedereen en overal besmetten,
dat kost ons veel moeite om dat te beletten.
Wanneer dooft ge uit en zijt ge weg?
och, zeg het mij nu meteen, zeg.
Ons veel bidden en smeken hoort gij niet,
het is alsof ge de ellendige miserie niet ziet.
Uw gedrag is overal gewetenloos en bot,
voor u bestaat geen God noch gebod.
Iedereen vindt u een verfoeilijk venijn;
Uw Covid-ravage doet ons veel pijn.
Maar ooit komt er vast een ommekeer,
er is er geen één die kan zeggen wanneer.
Een vaccin zal u op een dag verjagen,
wat iedereen vast en zeker zal behagen.
Reacties op ‘Corona-beest’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!