vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
De diamanten dauw
uit schrale handen
spuiten geen fonteinen
zij koesteren het
vloeibaar goud voor
zinderende woestijnen
irrigeren in het
stille ochtenduur
de diamanten dauw
die door kou tot koele
druppels condenseert
zij zijn watergeesten
die nog wat nevelen
in de vruchtbaarste
seconden van iedere
eindeloze zonnedag
witte flarden zweven
al oplossend rond boven
het kraakheldere zand
dat ooit als paradijs
in alle boeken stond
wil melker
12/06/2020
www.wilmelkerrafels.deds.nl
Reacties op ‘De diamanten dauw’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!